Molenverhalen

 

De molenaar en de molenarin: sluw, gevreesd, bedriegers?

Hoe ongeliefd én gevreesd de molenaar was in de maatschappij van de late middeleeuwen blijkt uit de vele vertellingen, kluchten en raadsels die te boek staan in "Molen en Molenaar te kijk gesteld" door Dr. Paul Huys.

Voor de laatmiddeleeuwse man was de molenaar een sluw en gevreesd man. Hij schepte vaak té diep in het meel in zijn eigen voordeel en werd daarom voor een dief en een bedrieger gehouden.
Door hun slagvaardigheid en slimheid, radheid van geest en tong, weinig respect voor klerikale overheid en de onbeschaamde vrijmoedigheid van de wispelturige molenarin, waren zij eeuwenlang een traditioneel type voor de volksvertellingen. De molenaar en zijn vrouw werden het toneel voor allerhande grappen en spotternijen.


De molen in de volksmuziek
Over alle beroepen werden liederen gemaakt. 
Over de smid en zijn smidse, de wever, de herder, de boer... In al die liederen primeert de arbeid. In liederen over de molen en de molenaar hoor je echter de blijdschap. Als een tovenaar bedwingt hij de natuurelementen en water en wind voor hem het werk laat doen. Terwijl de molen draait en maalt kan de molenaar volop genieten van het leven. Vandaar dat hij in de volksliederen soms als luiaard of dronkaard voorkomt, maar meestal ook als een levensgenieter.
Maar evengoed is hij ook een beruchte figuur, waarin hij vaak voorkomt als vrijer of bedrieger. Door zijn werk 's nachts als overdag op zijn molen, dikwijls aan de rand of buiten de stad, was hij minder onderworpen aan de sociale controle dan de gewone burger. En van deze vrijheid kon hij gemakkelijk zowel de zoete als de zure vruchten plukken.
Met de molenarinnen moeten we ook terdege rekening houden. Denken we maar aan het loze vissertje die haar driemaal moest zoenen eer hij vandaan mocht gaan.
Veel meisjes kwamen graag naar de molen omdat de molenaar een goede partij was.

Een trefpunt van culturele manifestaties
Van Hauwermeirsmolen bracht reeds een aantal keren de aloude molenaarsverhalen en liederen.

"De klucht van de molenaar" (Brederode 1613),
 is een tijdloze vertelling, een ware klucht over de escapades van een molenaar en zijn vrouw. Beiden nemen het niet zo nauw met de zeden en daar profiteert zowel de molenaarsknecht als de mooie bezoekster van. Als de duivel zich er dan ook nog eens mee bemoeit, is het hek van de dam op de molen. Vele toeschouwers schaterden van plezier bij de laatste scheet die de stervende molenaar liet in het gezicht van de hebzuchtige duivel.

Muzikanten te gast
Aan de oever van de Molenbeek is het heerlijk toeven, in het gezelschap van goede muzikanten.

 








Bekijk hier Lieven Tavernier en Bruno Deneckere op Open Monumentendag 2013 met de 'Fanfare van honger en dorst'







of luister naar Between Bars op Open Monumentendag 2012
Molenspreuken
Dit is koren op zijn molen, zijn molen naar de wind keren, alle molenaars zijn geen dieven, ter molen gaan (vrijen), een goede molen hebben (een goed lief hebben), hillebillen (stoeien, ravotten), de koeken die de mulder bakt, steelt hij uit der boerenzak, een woekeraar, een molenaar, een wisselaar en een tollenaar zijn de vier evangelisten van Lucifer, laat aan duidelijkheid ook niets te wensen over.